Prof. Todd Weir en ik schreven dit artikel op uitnodiging van het Friesch Dagblad, naar aanleiding van de internationale conferentie “Religious Heritage in a Diverse Europe”. Het artikel werd op 17 augustus 2019 gepubliceerd, online en in de krant.
Zonder Dialoog geen Toekomst voor Religieus Erfgoed
Hoewel verbondenheid met religieuze instituties de laatste decennia afneemt, blijven kerkgebouwen plaatsen van grote betekenis, wat tot uiting komt in de vele verhitte discussies rondom herbestemming van religieus erfgoed.
Tijdens een conferentie in juni kwamen experts vanuit de hele wereld bij elkaar in Groningen om over deze urgente thematiek kennis uit te wisselen.
Met de doorgaande leegloop van kerken is er een grote noodzaak om actie te ondernemen. Door de overheid is onlangs het beleidsprogramma Kerkenvisie gelanceerd, vooral bedoeld voor gemeenten die met herbestemming of meervoudig gebruik van religieuze gebouwen tobben. In Fryslân hebben in ieder geval Ooststellingwerf, Smallingerland en Súdwest-Fryslân voornemens een kerkenvisie op te stellen. Er leven daarbij veel praktische vragen: hoe kunnen kerkgebouwen opnieuw worden bestemd of op andere manieren gebruikt? Hoe kan dit nieuwe gebruik worden gecombineerd met de behoeften van de religieuze gemeenschappen? En hoe kan het kerkgebouw worden onderhouden en gefinancierd?
Naast deze praktische kwesties, zijn er ook veel culturele en religieuze vragen die door het religieuze erfgoed worden opgeworpen. Let wel: we zitten nu niet alleen midden in de meest dramatische verandering in kerkgang sinds de Reformatie, maar ook in een transformatie in het bewustzijn over onze verhouding tot de materiële en fysieke erfenis van het christendom – zoals belichaamd door kerken. Kerkgebouwen worden niet alleen op andere manieren gebruikt, maar krijgen ook voor buitenkerkelijken nieuwe betekenislagen. Wat zijn deze nieuwe betekenissen en wie kent ze aan de gebouwen toe?
Nieuw soort conferentie
Er is geen pasklare oplossing voor al het religieus erfgoed. De kerkenvisies die de komende jaren worden ontwikkeld zijn afhankelijk van de lokale context en de betrokkenheid van gemeenschappen. Een kerkenvisie die in een overwegend islamitische buurt in Den Haag wordt opgesteld zal er anders uitzien dan die in een sterk geseculariseerd gebied in Fryslân.
Twee jaar geleden begon een aantal erfgoedorganisaties met het plannen van een nieuw soort conferentie, waar Nederlandse en internationale erfgoedinstellingen in gesprek zouden kunnen gaan met wetenschappers. Het Centrum voor Religie en Erfgoed van de Rijksuniversiteit Groningen en de Stichting Oude Groninger Kerken namen het voortouw en werkten nauw samen met Museum Catharijneconvent, het Joods Cultureel Kwartier en de Europese organisatie Future for Religious Heritage. De conferentie kreeg de titel Religious Heritage in a Diverse Europe, vanuit de overtuiging dat het uitwisselen van en de dialoog tussen de verschillende betrokken en belanghebbende partijen de enige manier is om de complexe uitdagingen van religieus erfgoed aan te gaan.
De 175 deelnemers vertegenwoordigden universiteiten, kerkelijke organisaties, musea, lokale overheden en archieven. Ze konden kiezen uit zo’n zestig presentaties door experts uit heel Europa en daarbuiten. Het deelnemersaantal onderstreept de actualiteit van het onderwerp. Naast een gedeeld gevoel van urgentie, was het een veelgehoord geluid dat men hier nu eindelijk eens experts buiten de eigen beroepsgroep tegenkwam.
Reflectie en dialoog
De belangrijkste conclusie van de conferentie is dat erfgoedwerk continue reflectie en dialoog nodig heeft. Dialoog tussen mogelijke gebruikers, lokale overheden, kerkbesturen en -gangers, culturele initiatieven, omwonenden, uitbaters en ontwikkelaars. Maar dialoog betekent ook het erkennen van de problematische aspecten in erfgoedwerk en de inzet om deze te overkomen. Waar vindt de dialoog plaats en wat zijn de hordes op de weg?
1. Dialoog tussen wetenschappers en erfgoedprofessionals. Religieus erfgoed is een populair onderwerp in academisch onderzoek. Wereldwijd wordt onderzoek gedaan naar het meervoudige gebruik van gebedshuizen, de impact van toerisme op gebruik van religieuze plaatsen en de emoties die gepaard gaan met herbestemming van kerkgebouwen, om maar wat te noemen. Alleen blijft dit onderzoek vaak binnen de muren van de universiteiten. Dialoog is nodig, zodat organisaties met nieuwe inzichten besluiten kunnen nemen en tegelijkertijd input kunnen leveren voor nieuw onderzoek.
2. Dialoog tussen seculiere en religieuze organisaties. Te vaak zitten seculiere organisaties met elkaar om tafel om de leegloop van het kerkgebouw te bespreken en oplossingen hiervoor te bedenken. Echter, religieuze gemeenschappen blijven natuurlijk de belangrijkste eigenaars van religieuze gebouwen. Te vaak staat het idee van de scheiding tussen het seculiere en religieuze in de weg van gezamenlijke betekenisvorming. Zoals Abdullah Antepli van de Amerikaanse Duke University tijdens zijn presentatie vertelde, vond hij het niet alleen hartverscheurend dat de Notre-Dame in Parijs in brand vloog, maar ook dat dit blijkbaar nodig was voordat mensen bij elkaar kwamen en hun verbondenheid met dit kerkgebouw uitten, zowel kerkelijken als buitenkerkelijken.
3. Dialoog tussen religieuze gemeenschappen. In de politiek wordt de term ‘joods-christelijk erfgoed’ nogal eens gebruikt om groepen buiten te sluiten. Erfgoed kan inclusief zijn, ingezet worden om minderheden een publiek gezicht te geven. Om dit te bereiken is het nodig om gesprekken tussen religieuze gemeenschappen te bevorderen. Ondanks theologische verschillen is er één noemer te vinden in de zorg voor religieus erfgoed en zijn plek in de samenleving. Zo bleek tijdens de conferentie dat de manier waarop in Groot-Brittannië joods erfgoed zichtbaar en toegankelijk wordt gemaakt inspirerend werkt. Zogenoemde Jtrails (Jewish Heritage trails) laten de geschiedenis zien, zo worden sporen van joodse iconografie in de kathedraal van Lincoln gebruikt om historische ervaringen van Engelse joden te vertellen. Dat bleek van grote inspiratie voor relatief recente initiatieven op het gebied van islamitisch erfgoed: er is nu ook een erfgoedroute langs Victoriaanse plekken waar sporen van islamitische cultuur te vinden zijn.
4. Dialoog door middel van kunst en cultuur. Erfgoed is continu in ontwikkeling. Nieuwe generaties en nieuwe initiatieven hebben hun eigen beweegredenen waarom ze een gebouw of geschiedenis belangrijk vinden en voegen zo eigen waarden toe aan bestaande betekenislagen. In dit proces van ontwikkeling speelt de onlosmakelijke band tussen cultuur en religie een belangrijke rol: religieuze tradities zijn veelal hoeders van de mooiste kunst en indrukwekkendste gebouwen. Wees daarom niet bang om creatievelingen en kunstenaars toe te laten in de dialoog.
Under de Toer

De interactie met kunst en cultuur vormt voor ons een belangrijk symbool, dat staat voor openheid en creativiteit in de omgang met religieus erfgoed. Vorig jaar was het Friese project Under de Toer een mooi voorbeeld van de complexe plaats van religieus erfgoed in de samenleving. Regentes Marijke Louise van Hessen-Kassel was toen weer even terug in Leeuwarden, de stad waar deze oermoeder van de Oranje-Nassaus door de inwoners liefkozend Marijke Muoi (Tante Marijke) werd genoemd. Onder die koosnaam was de Grote Kerk in de eerste maanden van 2018 het decor van grandioos ervaringstheater, dat middels een web van tien verhaallijnen verschillende gezichten van de turbulente achttiende eeuw in Fryslân tot leven bracht.
Na een ontdekkingstocht door de vele krochten van het kerkgebouw, werden de bezoekers door Marijke ontvangen in het schip van de kerk, het kloppend hart van zowel het theaterstuk als het kerkgebouw. De voorstelling Marijke Muoi gaf inzicht in wat er gebeurt als geschiedenis erfgoed wordt. Niet alleen door de verhalen die werden verteld, maar evenzogoed hoe de voorstelling zelf betekenis toevoegde aan de met gebed en gezang gevulde bouwstenen van de Grote Kerk.
De voorstelling in Leeuwarden was tevens de aftrap van het theaterproject Under de Toer, expliciet geënt op historische kerkgebouwen. Gedurende 2018, het jaar dat Leeuwarden/Fryslân de Culturele Hoofdstad van Europa was, waren er in kerken door heel Fryslân voorstellingen geïnspireerd op lokale geschiedenissen. Under de Toer ging over het creëren en toevoegen van betekenis, door de betrokkenheid van lokale gemeenschappen en het gebruik van gebouwen die veelal in het hart van een dorp of stad staan.
Het verbond tussen culturele projecten en het kerkgebouw lijkt een bestendig huwelijk te kunnen opleveren
Ondanks deze centrale plaats in het landschap, worden kerkgebouwen sinds de tweede helft van de twintigste eeuw steeds minder voor hun oorspronkelijke doel gebruikt. Mensen houden zich tegenwoordig op allerlei manieren met zingeving bezig, tegelijkertijd neemt de institutionele verbondenheid af. Maar dat zegt geenszins dat de kerkgebouwen geen betekenisvolle plaatsen zijn. Het verbond tussen culturele projecten en het kerkgebouw lijkt een bestendig huwelijk te kunnen opleveren.
Hoewel een tijdelijk project, zien we in Under de Toer een relevant voorbeeld van de weg die te wachten staat: oplossingen liggen verscholen in creativiteit, in open en inclusieve houdingen. Er worden almaar nieuwe waardevolle initiatieven ontplooid. Zo vindt deze zomer in acht kerkjes in Noord-Groningen de tweede editie van het project Monnikenwerk plaats. Op acht woensdagen wijden even zoveel kunstenaars zich aan het maken van nieuw werk, in volledige stilte, geïnspireerd door de geschiedenis, architectuur en atmosfeer van de kerk waarin ze tijdelijk atelier houden. Aan het eind van iedere woensdag is de kerk open voor publiek, om de voortgang te bekijken en met de kunstenaars en elkaar in gesprek te gaan. Ontstaan uit een samenwerking tussen organisatie Kerk in het Dorp en de kunstenaars, is ook dit een voorbeeld van religieus erfgoed in ontwikkeling, van betekenis die wordt ontleend en toegevoegd.
Lieke Wijnia is conservator van Museum Catharijneconvent in Utrecht en fellow bij het Centrum voor Religie en Erfgoed (Rijksuniversiteit Groningen)
Todd Weir is hoogleraar Geschiedenis van het Christendom en directeur van het Centrum voor Religie en Erfgoed (Rijksuniversiteit Groningen)
Foto top: Stichting Oude Groninger Kerken